('maskə) v. (-n) [Fr.)
I. Eig. Veroud. masker.
II. Metf. 1. Veroud. afdruk van iemands gelaat.
2. Plantk. schuins naar boven gerichte plooi der onderlip, waardoor de opening tussen de twee lippen gesloten wordt; de van de leeuwebek.
Gepubliceerd op 12-02-2020
betekenis & definitie
('maskə) v. (-n) [Fr.)
I. Eig. Veroud. masker.
II. Metf. 1. Veroud. afdruk van iemands gelaat.
2. Plantk. schuins naar boven gerichte plooi der onderlip, waardoor de opening tussen de twee lippen gesloten wordt; de van de leeuwebek.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: