Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Marshall

betekenis & definitie

('ma:sjəl)

1. (Alfred) Engels staathuishoudkundige der psychologische school, ° 1842 te Londen, ✝ 1924 te Cambridge.
2. (George) Noordamerikaans staatsman, 0 1880 in Pennsylvanië, was minister van Buitenlandse Zaken en ontwierp 1947 het „Marshall-plan” voor financiële hulpverlening aan Europa.

< >