Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Marsh

betekenis & definitie

(ma:sj)

1. (James) Engels scheikundige, ° 1789 te Londen, ✝ 1846; vond een toestel om, in organische stoffen, de aanwezigheid van de geringste hoeveelheid arsenik aan te tonen.
2. (Othniel Charles) Noordamerikaans aardkundige. ° 1831, ✝ 1899; ontdekte merkwaardige fossielen in het Rotsgebergte. → aardkunde.

< >