(lote'rij) v. (-en)
1. Eig. gelegenheid waarbij iemand die loten heeft, een prijs kan winnen : voor het houden van een is toestemming van de overheid nodig; een openen, tot stand brengen; een trekken; (in)leggen in een -; in een spelen; een van kostbare prijzen. → lot.
2. Metf. onzekere zaak: eksamens zijn vaak een -.