Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Lodewijk van Duitsland

betekenis & definitie

I. Lodewijk de Vrome.

II. de Duitser, koning 843-876. uit het geslacht der ➝ Karolingers, zoon van Lodewijk de Vrome, verkreeg bij het Verdrag van Verdun (843) Oost-Frankenland, bij dat van Meersen (870) Oost-Lotharingen. III. het Kind 899-911, laatste Duitse koning uit het geslacht der ➝ Karolingers, zoon van Arnulf van Karinthië, ° 893, stond onder de voogdij van Hatto, aartsbisschop van Mainz, werd 910 door de Hongaren verslagen. IV. van Beieren, keizer 1314-1347, werd door de meerderheid der keurvorsten tot koning verkozen, overwon zijn mededinger Frederik de Schone van Habsburg 1322 bij Mühldorf, werd 1323 door paus Joannes XXII die de keuze niet had goedgekeurd, in de ban gedaan, verzoende zich met Frederik en droeg hem 1327 de regering op, terwijl hij zelf naar Rome trok, waar hij de keizerskroon ontving en Nicolaus V als tegenpaus aanstelde. De keurvorsten wezen 1338 te Rense bij Koblenz de aanspraak van de paus op goedkeuring der koningskeuze af, maar werden verbitterd door Lodewijks wispelturigheid en goederenzucht (belening van zijn gemalin met de 1345 opengevallen graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen). In 1446 sprak Clemens VI nogmaals de ban tegen hem uit en deed Karel IV tot tegenkoning verkiezen.

< >