Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

lichten (licht geven)

betekenis & definitie

('lichtәn) (lichtte, heeft gelicht) [< licht]

1. Eig.
1. Algm. licht geven, verspreiden : toen de zon begon te -; -de sterren; het fosforisch van sommige plantjes en diertjes draagt ertoe bij om het der zee teweeg te brengen; er lichtte achter zijn lorgnet een vinnige blik; iets gebiedends lichtte uit zijn ogen;o God. laat Uw Aanschijn -; een -de aureool.

. Inz.

a. (van het daglicht) aanbreken : de dag(eraad) gaat -.
b. (van de bliksem) bliksemen, weerlichten : het donderde en lichtte nogal sterk.
c. (van een vuurdragend lichaam) licht verschaffen : het rijsvuur dat hun spaarzaam licht; onder het bed -.
d. (op een schilderij) licht, helder zijn : in -de toon komt het gelaat tegen de achtergrond goed uit.

II. Metf.

1. geestelijk licht verspreiden : de -de toorts der wetenschap.
2. schitteren, uitmunten : een -de figuur in donkere tijden.

< >