('leuning) v. (-en; ...ninkje)
1. Eig. het leunen.
2. Metn. dat waarop men leunt of waaraan men zich inz. bij het klimmen vasthoudt: de van een stoel, bank; over de van zijn balkon gebogen; de van een ➝ bank, ➝ brug, ➝ stoel, ➝ trap. Syn. ➝ balie.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
('leuning) v. (-en; ...ninkje)
1. Eig. het leunen.
2. Metn. dat waarop men leunt of waaraan men zich inz. bij het klimmen vasthoudt: de van een stoel, bank; over de van zijn balkon gebogen; de van een ➝ bank, ➝ brug, ➝ stoel, ➝ trap. Syn. ➝ balie.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: