('kuipən) (kuipte, heeft gekuipt)
1. een kuip maken : een vat uit duigen gekuipt.
2. in de kuip doen, inzouten.
3. arglistige middelen aanwenden, in het geheim samenspannen, om een voordeel te behalen, intrigeren : de grootste meester in het -, ziet vaak zijn werk in duigen vallen.