v. (-men; -metje)
I. Eig. gebogen metalen haak met puntige uiteinden : iets aan een hangen.
II. Metf.
1. slotplaat : een bijbel met zilveren -men.
2. Veroud. ineengedraaid en als een kram in de grond omgebogen bosje stro om riet of stro op een dijkglooiing vast te houden, thans : beugel.