Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kom

betekenis & definitie

v. (-men; -metje) [msch. < Lat. cumba]

I. Eig. vat in de vorm van een bolsegment: een aarden, porseleinen -; een met water; de van een → wasstel; een vol saus; een koffie. Syn. → bak.

II. Metn. inhoud van een kom (I) : drink je uit. III. Metf.

1. komvormig gedeelte van iets : de van een → kelk.
2. uitholling al of niet met water gevuld, baai, vijver, bassin : in de van het kanaal.
3. Aardk. bekken.
4. bebouwd aaneengesloten gedeelte van een dorp : hij woont in de -; de bebouwde -.