Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kleuren

betekenis & definitie

('kleurən) (kleurde, heeft gekleurd)

1. kleur geven aan : de zon kleurt de appelen; boter -.
2. met kleuren afzetten: prenten, kaarten -; iets te sterk -, ook Fig. te mooi, schril voorstellen, overdrijven.
3. een kleur krijgen : de druiven reeds.
4. blozen, rood worden : tot achter de oren -.
5. zich -, een kleur krijgen : de bomen in de herfst zich bruin.

< >