Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Kant, Immanuel

betekenis & definitie

Duits wijsgeer, ° 1724 te Koningsbergen, zoon van een zadelmaker, 1770 hoogleraar en † 1804 in zijn geboortestad. Eerst aanhanger van Wolff's dogmatisch rationalisme, begon hij, door de lezing van Hume’s sceptische geschriften, te twijfelen en ging toen zelf de gesteldheid van ’s mensen kenvermogen onderzoeken.

Zo kwam hij tot een eigen systeem, het kriticisme, dat hij vooral in zijn Kritiek der zuivere Rede en de Kritiek der praktische rede uitwerkt. In de Kritiek der zuivere Rede leert hij, dat wij de dingen niet kennen zoals ze op zichzelf zijn (Ding an sich), maar alleen zoals ze ons verschijnen (Phaenomenon). Op deze phaenomena kunnen wij a priori de vormen van ons zinnelijk kenvermogen (ruimte, tijd) en de kategorieën van ons verstand (substantie, oorzakelijkheid enz.) toepassen.Door die kategorieën worden de gegevens van de zinnelijkheid verenigd en tot objekt gemaakt. Die kategorieën mogen echter buiten het zinnelijk ervaringsveld niet toegepast worden. Daarom is de noemenale of bovenzinnelijke wereld voor de zuivere rede onkenbaar en is alle metafysika onmogelijk. De ideeën der zuivere rede (God, wereld, ziel) ontstaan door zulk een onwettig toepassen der kategorieën. Ook zijn ze niet objektief d. i. zij doen ons geen nieuwe objekten kennen; zij dienen slechts om een steeds grotere maar nooit volmaakte eenheid in de ervaringsgegevens te brengen. In de Kritiek der praktische Rede maakt Kant de zedenleer autonoom d. i. onafhankelijk van welk uiterlijk gebod ook, en laat ze alleen steunen op het gebod van onszelf.

Hier wordt de zuivere rede praktische rede door de kategorische imperatief: „Handel zó, dat de drijfveer van uw willen te allen tijde algemeen geldende wet kan zijn”. Dit „gij moet” veronderstelt echter een „gij kunt” en zo komt Kant tot de moreel noodzakelijke aanneming van de vrijheid der ziel en van het bestaan van God, die in de toekomstige wereld, de disharmonie, die er op aarde bestaat tussen deugd en geluk, zal herstellen. Kant’s invloed op de filozofie duurt nog altijd voort. Een klassieke uitspraak van hem is: „Twee dingen vervullen het gemoed met altijd nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, de sterrenhemel boven mij, en de zedenwet binnen mij”. ➝ opvoedkunde.

< >