(‘jonkər) m. (-s; -tje) [< jonkheer]
1. jong edelman : een elegant gezelschap van -s en freules.
2. Uitbr.
a. adellijk manspersoon : kale -s, grote pronkers.
b. adellijk grondheer, grondbezitter : de Pruisische -s.
c. jongeman van stand : een gedistingeerd -; een van onze aristokratische -tjes.
d. aanstaand officier : de -s der Koninklijke Militaire Akademie.