(ja'va:nsə) v. taal door 25 miljoen mensen op Java gesproken.
Enc. Het tegenwoordig gesproken Javaans is het Nieuwjavaans in tegenstelling met het Oudjavaans of Kawi. In het oosten en veelal in het westen spreekt men de o als o (å) uit, terwijl de a in het westen ook als a wordt gehoord. Vandaar soms verschil in de schrijfwijze der woorden. Er zijn geen dialekten maar men onderscheidt verschillende soorten van Javaans.
1. Het Laagjavaans of Ngoko, het tutoyeer- of eenvoudig Javaans, wordt door vrienden onder elkaar of door meerderen tegen de eigen ondergeschikten gebruikt.
2. Het Hoogjavaans of Kråmå, het beleefdheids-Javaans, dat gebezigd wordt tot onbekenden of door minderen tot meerderen.
3. Het Middenjavaans of Madyå dat gesproken wordt door de dorpelingen onder elkaar in plaats van Kråmå.
4. Het Zeerhoogjavaans of Kråmåinggil dat men gebruikt enkel met betrekking tot God en zeer hoog geplaatsten. Daarnaast zijn er nog verschillende nuances en kombinaties, die te zamen de etiquette der Javaanse taal vormen.
Javaas (ja'va:s) bn. (...vase) Javaans, alleen gebruikt in : de Javase Bank.