(janit'sa:r) m. (...saren) [Turks : nieuwe troep] Eert. Turks infanteriesoldaat van een bevoorrechte troep.
Enc. Het korps der janitsaren (tot 100.000 man) werd onder sultan Oerkhan 1329 gevormd uit in de Islam opgevoede kristenknapen en kristelijke krijgsgevangenen. Het maakte lang de kern van het leger uit, tot het 1826 werd ontbonden en vernietigd.