Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Jakoba van Beieren

betekenis & definitie

(ja'ko:ba) gravin van Holland. Zeeland en Henegouwen 1417-1433, huwde eerst met graaf Jan IV van Brabant, moest strijden tegen Jan van Beieren, die Holland en Zeeland wilde bemachtigen. trad 1422 opnieuw in de echt met de Hertog van Gloucester, broeder van Hendrik V van Engeland, sloot na een langdurige strijd 1425 met Filips de Goede van Boergondië een wapenstilstand, waarbij deze feitelijk heer werd over haar erflanden.

In de definitieve afstand daarvan moest zij, ter wille van haar derde echtgenoot Frank van Borselen, 1433 berusten, ✝ 1436 op het slot Teilingen. De door de dichters bezongen ridderlijke „Vrouw Jacop”, rijzig, welgemaakt en goed onderwezen, is een der meest romantische persoonlijkheden uit de Nederlandse geschiedenis.

< >