(ifi'ge:niə)
1. Eig. dochter van Agamemnoon en Klutaimnestra, werd, toen Artemis, die door haar vader beledigd was, het uitzeilen der Griekse vloot van Aulis naar Troje belette, op raad van Kalchas, als slachtoffer bestemd om Artemis te verzoenen, doch door Artemis zelf, als haar priesteres naar Tauris (Krim) ontvoerd. Daar werd ze later door haar broeder Orestes bevrijd en vluchtte met hem naar Griekenland terug.
2. Metn. drama’s van Sophokles, Euripides, Racine, Goethe; opera van Gluck.