Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Indochina

betekenis & definitie

(indo'sji:na) o. [overgang tussen (Achter-)Indië en China] streek in Zuidoost-Azië bestaande sedert 1954 uit Noord-Viëtnam, een onafhankelijke republiek, en verder uit 3 staten nl. Zuid-Viëtnam, Laos en Kambodzja (Cambodja) die bij de →: Franse Unie zijn aangesloten; 742.000 km2, 25.000.000 inw.

Uitvoer : vooral rijst.Geschiedkundig. In 1888 werden de streken, die deel uitmaken van Indochina, onder een bestuur verenigd, behalve Kwantsjou dat in 1898 van China in pacht werd verkregen. In 1940, ten gevolge van aanspraken van Thailand (Siam) op sommige gebieden, die het vroeger had bezeten, ontstond een oorlog tussen de twee landen. Japan trad als bemiddelaar op begin 1941, en kende enkele gebieden aan Thailand toe. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezetten de Japanners in datzelfde jaar, enkele militaire steunpunten en namen het land onder hun bescherming. Na die oorlog werd 1945 het pachtgebied Kwantsjou aan China teruggegeven en kwam 1946 de federatie van Indochina tot stand.

< >