Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

ijzig

betekenis & definitie

('ijzəch) bn. en bw. (-er, -st) [ijs]

I. 1. zo koud als ijs : haar handen waren -; de -e noordenwind.
2. zeer onhartelijk, stijf, stroef: -e woorden.

II. 1.bn. en bw. (-er, -st) [ijzen] doende ijzen, schrik, vrees verwekkend: alleen in het donkere bos; praten.

2. bw. erg, zeer: koud, mooi.

< >