('ho:g) m. (-s) hoge schachtvormige smeltoven voor ijzererts.
Enc. De delen er van zijn :
1. de trechter waardoor afwisselend een laag ertsen met toeslag, en een laag kooks wordt gestort;
2. de schacht ;
3. de rust;
4. het gestel, waar verhitte lucht door (1) toetreedt;
5. de haard met het gesmolten ijzer, waarop de slak drijft. Het ijzer wordt afgestoken, doordat men een opening met zand of klei afgesloten (afsteekgat) opensteekt.