('héllən) (helde, heeft geheld)
1. afwijken van de rechte lijn: -de muren ; die paal helt naar links; een -d pad, terrein, vlak; over iets -, er overheen hangen.
→: hellend vlak. Syn. neigen, overhangen, overhellen, overlenen.
2. neigen, geneigd zijn : naar, op, over iemands zijde -.