Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Hegel

betekenis & definitie

(‘he:ʞəl) (Georg) Duits wijsgeer, ° 1770 te Stuttgart, ✝ 1831 te Berlijn. Voortbouwend op de denkbeelden van Kant, Fichte en Schelling, leert hij het meest volstrekte panteïstisch idealisme.

Voor hem bestaat alleen het goddelijke Absolute, dat in zichzelf de wereld verwezenlijkt, en denkt door het menselijke orgaan. Zijn hoofdwerk is: Wissenschaft der Logik(1826).

< >