Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

gordijn

betekenis & definitie

o. (en Verh. v.) (-en; -tje) [Mlat. cortina]

1. Algm. voorhangsel tot afsluiting, bedekking of versiering: een voor een bed, een venster, een biblioteek; een -tje aan een ➝ schoorsteen; een dicht-, open-, wegschuiven, wegtrekken; schuin opgenomen -tjes voor de raampjes van een koets; een (rol)neer-, ophalen, laten vallen; -tjes op koperen roeden; bed-, rol-, schuif-, val-, venstergordijn. Gez. achter de -en gaan, gaan slapen; achter de -tjes smullen, zich in stilte te goed doen; daar is een voor geschoven, die zaak is in 't duister gehuld.
2. Inz. voorscherm van een ➝ toneel; het open-, toeschuiven; het gaat op, valt; het laten vallen. ook Fig. er een einde aan maken.

< >