(gi:rst) v. [msch. ~ gerst]
1. Eig. korrels van een graansoort met brede bladeren en gedrongen overhangende pluim, die voor het bakken van brood en als vogelvoeder worden gebruikt.
2. Metn. die graansoort (Panicum milliaceum) : in Zuidoost-Europa, in Zuid- en Oost-Azië en in Afrika wordt verbouwd.