bn. en bw. (-er, -st)
1. vol geduld, lijdzaamheid: in de ziekte; met -e onderwerping; iets verdragen. ➝ papier.
2. met geduld: -e arbeid; met -e volharding; (af)wachten; zich laten scheren, betalen, al wordt men ook overvraagd.
Syn. lankmoedig. Tgst. ongeduldig.