o. (-sen) [naar Gr. chaos, het ledige, woord door van Helmont gevormd]
I. Eig.
1. Algm. luchtvormige, veerkrachtige stof, waarvan de deeltjes zich zoveel mogelijk van elkander trachten te verwijderen om zich in de ruimte te verspreiden: natuurlijke -sen; ontwikkelen; vloeibare, permanente -sen.
2. Inz. uit steenkolen verkregen gas dat tot verlichting en verwarming wordt gebruikt: bereiden, branden, stoken.
II. Metn. gaslamp, -licht: het aansteken, op-, neerdraaien.