(frontispisə) o. (–s) [Fr.] [< Lat. frons, voorzijde + spicere, zien]
I. Eig.
1. voorgevel van een aanzienlijk gebouw.
2. Bepk. driehoekig bovenstuk van een gevel : een versiering in het –. Syn. fronton.
II. Metf.
1. versierde titel van een boek.
2. Uitbr. plaat tegenover het titelblad van een boek.