v. (-s; -tje)
[Fr. frange < Lat. fimbria, zoom]
1. Eig. zoomgarnering bestaande uit een reeks van afhangende draden, koorden, kwasten enz.: rood fluweel met gouden -s afgehoord.
2. Metf. overtollige opsiering van een betoog of verhaal: ik heb nooit veel opgehad met al die -s; allemaal -s! allemaal beuzelpraat.