Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Foch (fosj)

betekenis & definitie

(Ferdinand) Frans maarschalk, ° 1851, in de Eerste Foch Wereldoorlog (maart 1918) opperbevelhebber over de verbonden legers in Frankrijk, die hij naar de overwinning leidde, t 1929 te Parijs, focus Cfo:kus) m. (-sen. foei)

(spr. si) [Lat.] brandpunt, haard.

< >