Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Fleming

betekenis & definitie

I. (Paul) Duits dichter, ° 1609, † 1640 te Hamburg; van zijn geestelijke liederen is het bekendst In allen meinen Taten.

II. [Eng. Vlaming] (Alexander) Engels geneeskundige van Vlaamse afkomst, ° 1881, hoogleraar te Londen, waar hij 1955 †; 1945 Nobelprijs voor het vinden van de penicilline, samen met Chain en Florey die ook dat produkt bestudeerden.

< >