Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

faze

betekenis & definitie

('fa:zә) v. (-n, -s) [Fr. < Gr. phasis, schijn]

I. Eig.
1. schijn-, lichtgestalte van de maan of de planeten.
2. Uitbr.
a. elke biezondere stand of waarde in een terugkerende opeenvolging van natuurkundige bewegingen of veranderingen: de -s van een elektrische stroom.
b. Scheik. verschijningsvorm van de stof.

II. Metf. stadium in een ontwikkeling: de ziekte is een nieuwe ingetreden.

< >