Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

fabrikaat

betekenis & definitie

(fabri'ka:t) o. (...katen)

I. Eig.

het gefabriceerde, voortbrengst nl.

1. voortbrengsel van een fabriek : die firma levert soliede fabrikaten.
2. voortbrengsel door een fabriek: die paarlen zijn van Europees -.

II. Metn. wijze van fabriceren, maaksel : handschoenen van uitstekend -. III. Metf. voortbrengsel van de geest : dat is een van zijn hersens!