Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

entree

betekenis & definitie

v. (-s) [Fr. < Lat. intrare, binnengaan]

I. Eig. het binnengaan, intrede: zijn maken in de hoge wereld.

II. Metn.

1. dat waarlangs men binnengaat, in-, toegang: de van het huis is nauw.
2. wat toegang verleent nl.
a. toegangsrecht: ergens hebben,
b. toegangsbewijs: een hoge betalen,
c. toegangsbiljet: heb je een genomen?

III. Metf. vóórgerecht: een - en vier schotels.

< >