Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

energiestof

betekenis & definitie

v. (-fen) energie, arbeidsvermogen verwekkende stof.

Enc. De voedingsmiddelen, die wij innemen, bevatten energiestoffen die een mens in staat stellen om met zijn spieren 1/20 paardekracht te leveren. Doch ook de machines moeten gevoed worden om energie of drijfkracht te leveren. Hout, steenkool en petroleum zijn de voornaamste energiestoffen die men daarvoor gebruikt. Daarnaast heeft men getracht natuurelementen als water en wind op te vangen. In de IIde eeuw v.

K. gelukte het de Grieken een waterrad te bouwen dat, door de kracht van het water, in beweging werd gebracht. Ongeveer duizend jaar later, werden windmolens gebruikt. Thans worden de watervallen of de witte steenkool algemeen benuttigd om turbines te doen draaien en aldus elektriciteit enz. te verwekken. De Niagara Waterval alleen levert dagelijks evenveel arbeid als de hoeveelheid steenkolen die in de Verenigde Staten dagelijks verstookt wordt. Naast wind en water heeft men ook getracht de zonenergie te gebruiken. Archimedes (IIIde eeuw v.

K.) moet de zonnestralen in grote spiegels hebben opgevangen. Bij Kaïro in Egypte, zijn paraboolspiegels opgesteld die stoomketels verwarmen. Ook in Rusland wordt thans de zonenergie gebruikt als drijfkracht in fabrieken. Men hoopt ook de atoomenergie als drijfkracht weldra te kunnen bezigen.

< >