Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

elektriciteit

betekenis & definitie

(elektrisi'teit) v. (-en) [Fr. < Gr. elektron, barnsteen] aan de elektronen gebonden natuurkracht, die zich openbaart door het veroorzaken van schokken en vonken, het aantrekken of afstoten van lichamen enz.: de heette vroeger barnsteenkracht; chemische of galvanische -; (on)gelijknamige -en; opwekken; gebonden -, op de →: kondensator aanwezig.

Enc. Reeds aan Thales van Milete (600 v.K.) was bekend, dat barnsteen, door wrijving met andere lichamen, in een nieuwe toestand komt b. v. papiersnippers kan aantrekken. Dat ook andere lichamen als glas, lak, hars enz., bij wrijving die eigenschap verkrijgen, werd 1600 aangetoond door de Engelsman Gilbert, die de naam elektriciteit het eerst gebruikte. Later ontdekte men dat, ook op andere wijzen, nl. door verwarming, scheikundige werking en magnetisme, elektriciteit opgewekt kan worden. Daar beweeglijke, gewreven stangen van verschillende stof b.v. glas en hars, elkander aantrekken, stangen daarentegen van dezelfde stof, elkander afstoten, onderscheidt men glas- en hars- of positieve (+ ) en negatieve (-) elektriciteit. Gelijknamig geladen lichamen of gelijknamige elektriciteiten stoten elkander af, ongelijknamige trekken elkander aan.

Om vast te stellen van welke soort de elektriciteit is, gebruikt men de elektroskoop. Elektriciteit laat zich overbrengen door rechtstreekse aanraking en op afstand, door induktie. De door wrijving geëlektrizeerde lichamen leiden de elektriciteit niet (niet-geleiders of isolatoren), geleiders daarentegen zijn de metalen en kool. Men onderscheidt ook statische en dynamische elektriciteit. Bij statische elektriciteit, die o. a. door wrijving wordt verkregen, is er een te veel of een te kort aan elektronen in een stof, terwijl men dynamische elektriciteit heeft, wanneer de elektronen zich van atoom tot atoom kunnen verplaatsen. Men gebruikt de elektriciteit voor verlichting (gloei- en booglampen), drijfkracht (dynamo, elektrische spoor- en tramwegen), verwarming (elektrische straalkachels), voor de telegrafie en telefonie, de galvanoplastiek, in de geneeskunde en meer en meer in de huishouding.

Elektriciteitsproduktie (1950)

milj. kwh

1. Verenigde Staten 388 674
2. Groot-Brittannië 56 337
3. Canada (?) 50 000
4. Japan 44 890
5. Duitsland 44 017
6. Frankrijk 33 070
7. Italië 24 681
8. Zweden 18 136
9. Noorwegen 17 328
10. Zuidafrikaanse Unie 10 872
11. Zwitserland 10 479
12. Australië 9 486
13. Polen 9 408
14. Tsjechoslovakije 9 100
15. België 8 481
16. Nederland 7 323

Vgl. Belgisch-Kongo 635 Wereld (-U.S.S.B.) 855 000