Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

eik

betekenis & definitie

m. (-en; -je) knoestige inheemse boom met ingesneden bladeren, duurzaam hout en de eikel als vrucht (Quercus): van oudsher zinnebeeld van kracht, werd de door de Germanen als heilige boom vereerd; de grootste ter wereld die, enige jaren geleden, in Canada omverwaaide, was 700-1000 jaar oud. → Amerikaanse-eik.

< >