('do:r) (zette door, heeft doorgezet)
1. voortgaan met zetten inz. van letters : ge moet nog -.
2. een tocht, mars vervolgen : we moeten -, anders komen we te laat.
3. trots tegenstand, doen voortgaan : een zaak -. Syn. doordrijven.
4. konsekwent volgen : een redenering -.