v. (-den) pad die bij donderweer verschijnt nl.
1. riviervis in onze streken, met brede platte, van stekels voorziene kop, die breder is dan het lichaam (Cottus) : de -den laten zich vooral bij donderbuien zien.
2. pootloze larf van de kikvors : men meende vroeger dat -den bij onweersbuien neerregenden.