Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Daendels

betekenis & definitie

(‘da:ndəls) (Herman Willem) Nederlands staatsman, ° 21 okt. 1762 te Hattem, 1785 als schepen voorgedragen, werd hij door Willem V afgewezen en koos de zijde der Patriotten, week naar Frankrijk uit, rukte met de Fransen, in de 1ste Koalitieoorlog, de Republiek der Verenigde Nederlanden binnen en was 1795-1802 luitenant-generaal der Bataafse Republiek, waarvan hij door twee staatsgrepen (22 jan. en 17 juni 1798) het bestuur veranderde; hielp 1799 het Engels-Russisch leger, dat in Noordholland wilde landen, verslaan 29 sept. bij Bergen, 6 okt. bij Kastrikum; 1807-1811 goeverneur-generaal van Nederlands-OostIndië, waar hij het aanzien van het Europees gezag herstelde (Donderende Maarschalk); 1816 goeverneur der Nederlandse bezittingen op de kust van Guinea, waar hij de slavenhandel afschafte en 2 mei 1818 ✝.

< >