Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Columbia

betekenis & definitie

I. Colombia [C.

Columbus] o. republiek in Zuid-Amerika 1.283.864 km2, 9.800.000 inw. Hoofdstad : Bogota. Uitvoer : vooral koffie. Spaans 1525-1819 ; republiek Nieuw-Granada tot 1861; in 1903 scheidde zich Panama af; in de 1ste Wereldoorlog neutraal, in de 2de 1943 oorlogsverklaring aan Duitsland. In de hoofdstad Bogota had 1948, toen de Panamerikaanse Konferentie er vergaderde, een kommunistische opstand plaats.

II 1. v. rivier in de Verenigde Staten 2200 km lang.

2. distrikt aldaar, 181 km2, 437.570 inw. ; door de staten Maryland en Virginië voor het stichten der bondshoofdstad Washington afgestaan.

< >