(sistersi'ënzәr)
1. m. (-s) [Lat. Cistercium, Citeaux] lid van een kontemplatieve orde, 1098 gesticht door de H. Robertus, eerste abt van Citeaux : de -s der gewone observantie heten bernardijnent de gereformeerde zijn trappisten.
2. bn. van, betreffende de cisterciënzers.