(chro:m) o. [Gr. chroma, kleur] wit, glanzend, hard, bros en zwaar metaal, dat zich onderscheidt door de fraaie kleuren van zijn verbindingen. Enc. Chroom werd 1797 in Siberië ontdekt.
Het komt alleen in gebonden toestand in de natuur voor en wel voornamelijk in chroomijzersteen.Zijn soortelijk gewicht is 6,9, zijn smeltpunt 1550° C., zijn elektrisch geleidingsvermogen 15,4. Het dient voor het vervaardigen van verfstoffen, wordt in kleine hoeveelheden in staalspecie gemengd om hard- of snelstaal te verkrijgen, in grotere hoeveelheid, met nikkel gelegeerd tot chroomnikkel, en eindelijk gebruikt om te verchromen tegen roest. Dunne draad van chroom wordt gebezigd in elektrische gloeilampen.