1. Ligging.
Brussel strekt zich uit op de oevers van de Zenne die thans zo goed als geheel overwelfd is binnen de stad. Het dichtst bij die rivier gelegen gedeelte is de benedenstad, terwijl de bovenstad, met hoogtepunt 100, zich op de hellingen van het dal in het Z.O. bevindt. Vlieghaven: Melsbroek.
2. Oppervlakte.
De gemeente Brussel is 3392 ha groot, Groot-Brussel d.i. de gemeente Brussel met 18 daar omheen liggende gemeenten, 16.174 ha. Die 18 gemeenten zijn: St.-Joost-ten-Node, Schaarbeek, Evere, St.-Lambrechts-Woluwe, St.-Pieters-Woluwe, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde, Etterbeek, Elsene, Ukkel, Vorst, St.-Gillis, Anderlecht, St.-Jans-Molenbeek, Koekelberg, St.-Agatha-Berchem, Ganshoren, St.-Pieters-Jette.
3. Bevolking.
van de gemeente Brussel, 188.427 inw. Spotn. ketjes, kiekenvreters. Groot-Brussel heeft een bevolking van bijna 1 miljoen inw. De grote helft hiervan spreekt de beide landstalen, de kleine helft één van beide.
4. Nijverheid.
De voornaamste industrieën zijn: metaalnijverheid o.a.: luchtvaartmateriaal; kledingindustrie, chemische nijverheid, hout- en meubelindustrie, leer- en schoennijverheid, textielindustrie, papierindustrie, boekindustrie, tabaks- en sigarenindustrie, aardewerkfabrikage, glasnijverheid, marmerbewerking, cementfabrikage.
5. Bezienswaardigheden.
St.-Goedelekerk (XIde XVIIde eeuw), Kapellekerk (XIIde), Zavelkerk (XIVde), Hallepoort (XIVde), Stadhuis met 96 m hoge toren (XVde), Broodhuis (XVde), Egmontpaleis (XVIde), Gildehuizen en het Huis van de Hertogen van Brabant op de Grote Markt (XVIIde), Fontein Manneken Pis (1619), Begijnenkerk (1676), Park (1774), Park van Laken (XVIIIde) met Japanse toren en daarbij Chinees paviljoen, Muntschouwburg (1819), Koninklijk Paleis (1829), Akademiepaleis (1829), Botanische Tuin (1830), St.-Mariakerk te Schaarbeek (1852). Paleis van Justitie (1883) 104 m hoog, met een oppervlakte van 24.600 m2 (9000 meer dan St.-Pieterskerk te Rome), Oud en Nieuw Museum voor Schone Kunsten (1881); Kleine Zavel (1882), met het standbeeld van Egmont en Hoorne; Vlaamse Schouwburg (1887), Musea van het Jubelpark (1890), Natuurhistorisch Museum (1898), Wiertz-museum, Kongo-museum te Tervuren (1910) Terkameren- en Zoniënbos, Universiteit.
6. Beroemde Mannen.
J. VAN RUYSBROECK (bouwmeester), VAN DER WEYDEN, J. en P. BORREMAN, VAN ORLEY, VESALIUS, P. BREUGHEL de Oude, BREDERODE, EGMONT en HOORNE, WILLEM DE ZWIJGER, M. VAN ST. ALDEGONDE, de twee DUQUESNOY’S, VAN HELMONT, VERWEE, HIEL, MEUNIER.
7. Geschiedenis.
Voor het eerst wordt Brussel vermeld in het leven van St. GORIK, die er het evangelie predikte en een kapel bouwde op de thans nog bestaande St.-Goriksmarkt (bij de Beurs). In de VIIIste eeuw werd het gehucht een belangrijke burcht, waar het hof van keizer Otto II zich 979 vestigde. Toen KAREL, hertog van Lotharingen, hem daar 980 opvolgde, bracht hij er de gewijde overblijfselen van St. GOEDELE, de kleindochter van Pepijn van Landen, mede. In de XIIde eeuw vestigden er zich de Graven van Leuven (later Hertogen van Brabant) op de Koudenberg, thans Koningsplein.
Gelegen aan de grote handelsweg Brugge-Keulen, kwam de stad snel tot bloei; in de XIVde eeuw werd ze met vestingwerken omgeven (waarvan de Hallepoort een overblijfsel is), die nu door de binnenboulevards zijn vervangen. De Boergondische hertogen, die vaak in Brussel hof hielden met een groot gevolg van Franse ridders, brachten de Franse taal in de mode onder de Nederlandse adel. KAREL V verhief Brussel, dat in 1455 reeds 43.500 inwoners telde, tot hoofdstad der Nederlanden. Onder de landvoogdes MARGARETA VAN PARMA, werd Brussel het brandpunt van het verzet tegen de Spaanse regering. BREDERODE overhandigde er haar 1566 het smeekschrift der Verbonden Edelen, en ALVA deed er de graven van EGMONT en HOORNE onthoofden. Door FARNESE 1585 ingenomen, bleef de stad gedurende de Tachtigjarige Oorlog in de handen der Spanjaarden.
Veel had zij te lijden onder de oorlogen van LODEWIJK XIV van Frankrijk; zijn maarschalk VILLEROI schoot 1695 de benedenstad in brand (➝ beschieting). Onder Prins KAREL VAN LOTHARINGEN (1744-1780), ten tijde van MARIA TERESIA, steeg het inwonersgetal tot 74.000. Van 1815 tot 1830 hield koning WILLEM I er, om het andere jaar, verblijf en sinds de Belgische Opstand (1830) is Brussel de hoofdstad van België. Vooral LEOPOLD II deed veel voor de verfraaiing der stad. In het laatste gedeelte der XIXde eeuw werden er talrijke internationale kongressen gehouden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Brussel de zetel van de Duitse goeverneur-generaal.
In 1935 werd te Brussel-Heizel een wereldtentoonstelling gehouden om het honderdjarig bestaan (in 1930) van België’s onafhankelijkheid te vieren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het opnieuw de zetel van de goeverneur-generaal, terwijl koning LEOPOLD III te Laken krijgsgevangen werd gehouden tot 7 juni 1944, toen hij naar Duitsland werd ontvoerd. Brussel werd 3 sept. 1944 bevrijd. Sedert jaren werkt men aan de Noord-Zuid-verbinding waarvan de twee uiteinden, de stations Brussel-Noord en Brussel-Zuid worden verhoogd, terwijl de perrons van het Centraalstation ondergronds zijn gelegen. In 1948 werd er door de Benelux-landen, Engeland en Frankrijk het Pakt van Brussel gesloten voor ekonomische, militaire, sociale en kulturele samenwerking.
gemeente in Brabant 1824 ha, 2536 inw. Landbouw.