(bə’sproeiən) (besproeide, heeft besproeid)
1. sproeiend begieten : bloemen -. Syn. besprenkelen.
2. kunstmatig van water voorzien : rijstvelden -. Syn. irrigeren.
3. bevochtigen: met tranen -.
besproeiing v. (-en) het besproeien. Syn. irrigatie.