I. v. (-sen; -je) [~ Got. basi. druif] vrucht waarvan de zaden, onder een stevig vlies, door een vlezig of saprijk vruchtmoes omgeven zijn: gal-,bos-, kruisbes. Syn. bezie.
II. v. (-sen; -je) meestal vklw. [bes(te moeder)] oud vrouwtje : dat -je woont op een hofje; geen bleef achter het spinnewiel, alles liep nieuwsgierig uit. III. v. (-sen ; -je) Muz. toon, noot, een halve toon lager dan b. Ook : si mol.