(bél’lerofo:n) Gr. Myt. kleinzoon van Sisuphos, werd door Anteia, bij haar gemaal Proitos. koning van Argos, aangeklaagd als belager van haar deugd, omdat hij haar misdadige liefde niet had beantwoord.
Proitos wilde zich aan hem niet vergrijpen, maar zond hem naar zijn schoonvader Jobates met een brief, waarin hij hem verzocht de brenger te doden. Jobates zond hem op gevaarlijke avonturen uit. Bellerophoon versloeg het gevleugelde ros Pegasos en de Chimaira en werd door Jobates met eer overladen.