(bə’koimən) (bekwam, bekomen) [tot iets komen]
I. (heeft) verkrijgen, maar niet zo sterk : alle boeken zijn hier te -; antwoord -.
II. (is)
1. weder tot zichzelf, tot gezondheid komen : de zieke is goed -; nadat hij van zijn verbijstering was. Syn. beteren, bijkomen, herstellen, opkomen. Tgst. verslechten.
2. bijkomen : die bloemen zullen nog wel -.
3. een bepaalde uitwerking hebben : ’t is hem goed -; wel bekome het u!