v. (-n)
I. Eig. gemis van wat men nodig heeft: hebben aan iets; een wordt bevredigd, gestild, vervuld; er wordt aan een voldaan, in een voorzien; aan zijn natuurlijke -n voldoen, zijn gevoeg doen. Syn. Nooddruft.
II. Metn.
1. Algm. datgene wat men nodig heeft : schrijfen tekenbehoeften; studeren is voor hem een geworden.
2. Inz. wat voor het leven nodig is : in eigen voorzien.