(begroette, heeft begroet)
1. groetend ontvangen ; iemand met gejuich, applaus -.
2. zijn opwachting maken : iemand gaan -.
3. in een bepaalde hoedanigheid erkennen : overal als een befaamd schilder begroet; wij in u een Vlaamse strijdgenoot.
4. ontvangen, bejegenen : een algemeen gelach begroette deze woorden.