(bə'dreigən) (bedreigde, heeft bedreigd)
1. dreigend bejegenen : iemand met boete -.
2. dreigen geweld aan te doen : iemand-,
3. op het punt zijn iets te doen : de rivier bedreigt de omliggende landen met overstroming.
bedreiger m. (-s). bedreiging v. (-en).
bedreigster v. (-s).